The perfect crash

The perfect crash

En verder naar het noorden ging onze roadtrip. We ruilden de Patagoniaanse wind en leegte in voor ellenlange Argentijnse autostradas, Urguayaanse zandweggetjes en Braziliaanse snelwegen waar de schildpadden en capibara’s ons omringden.

Al in Argentinië moesten we wennen aan de capriolen van de chauffeurs, het gebrek aan verkeersregels (of het opvolgen ervan) en het overduidelijk ontbreken van welke APK dan ook. Rode stoplichten zijn ‘richtlijnen’, geen regels, en het omdoen van je veiligheidsgordel wordt als een belediging voor de chauffeur gezien. De honderden kilometers lange tweebaanssnelweg Ruta 7 dwong ook ons zo nu en dan een vrachtwagen in te halen, maar dat spookrijdkunstje werd ons telkens vele malen voorgegaan op momenten die wij ab-so-luut niet veilig achtten.

Uruguay

Uruguay was vervolgens een verademing. Men reed altijd keurig volgens de maximale snelheid – in Argentinië zagen we vaker, geen grapje, alleen bordjes met de ondergrens -, voor zebrapaden werd gestopt, en als je iets twijfelachter reed werd er niet naar je getoeterd, maar stapte men haastig uit om te vragen of je de weg misschien kwijt was. We geloofden onze ogen niet.

Ferry

En toen kwam Brazilië. Hielden we in Argentinië regelmatig onze adem in voor de snelheidsduivels en waaghalzen, hier viel onze mond vaak open van verbazing. Inhalen en invoegen wordt als een slalomwedstrijd gezien, er zijn vele plotselinge gaten in de snelweg, bussen storten in ravijnen of verdwijnen ineens in het zand, gekkenwerk. Vooral het vrachtverkeer is crazy. Chauffeurs rijden, onder invloed van amfetaminen, vaak dagenlang door om zo snel mogelijk het land te doorkruisen. De ladingen zijn maximaal, waardoor we ons zo nu en dan serieus afvragen of ze wel onder een brug doorpassen, en er worden snelheden gehanteerd waar je u tegen zegt. Al bumperklevend met je mee een collega inhalen en nog net iets dieper op het gaspedaal drukken, heeft ons al meerdere angstmomentjes opgeleverd.

Ik formuleer het nu allemaal vrij cumulatief, maar over het algemeen voelen we ons prima op de weg. Het is zo nu en dan spannend, maar we vermijden om ’s nachts te rijden, laten ons niet opjagen en houden onze rust. Ook kiezen we rustige rijtijden en proberen we probleemsnelwegen te vermijden.

Onderweg van Curitiba naar Itajaí, op naar de eerstvolgende stop van de Volvo Ocean Race, wisten we dat we over een spannend stuk zouden gaan. We moesten over een snelweg bergafwaards, op een druk moment van de dag, waar we op de heenweg al veel files hadden gezien. We hadden echter geen haast, het viel mee met de hoeveelheid auto’s en het zonnetje scheen. Prima.

Toen we bij een tolpoortje echter nietsvermoedend wachtten op ons wisselgeld, hoorden we ineens een harde klap, gerinkel van glas en werden we hard in onze stoelen gesmeten, BENG, nog een klap volgde, en de auto schokte weer een stuk vooruit. In de achteruitkijkspiegel zagen we iets groots en blauws.

Shit. Een vrachtwagenchauffeur was tegen ons aangeknald. Of z’n remmen deden het niet goed, z’n slipper – het nationale schoeisel in Brazilië – kwam eronder of het was een combinatie, we weten het nog steeds niet. Hij kon nog net een beetje de muur in sturen waardoor hij ons niet vol raakte, maar zijn bumper knalde desalniettemin goed hard tegen ons reservewiel, waardoor het raam brak en de deur naar binnen geduwd werd.

Crash

Het was al gauw duidelijk dat met mij en Tim alles oké was (ik kan dit niet vaak genoeg benadrukken), en vol ongeloof stapten we uit de auto. Eenmaal buiten werd ik meteen omringd door vijf tolwegdames die me met water gerust probeerden te stellen.

Het zijn Chilenen, ze verstaan geen Portugees,

hoorde ik ze tussen een inderdaad onverstaanbare woordenbrij zeggen. Trillend prevelde ik tussen mijn tranen door dat we toch echt ‘Holandeses’ waren, in tegenstelling tot ons nummerbord, maar ze leken het niet te horen. En daar waren gelukkig de sterke armen van Tim, die de lieve helpers tot stilte maande en er met heel z’n houding voor zorgde dat we een moment voor onszelf hadden. We keken elkaar diep in de ogen, ons voorbereidend op wat komen ging. Dit konden we aan, we gingen ervoor.

Binnen een halve minuut was er een ambulance. Wij, en ook de vrachtwagenchauffeur, hadden geen medische hulp nodig, maar er was onder het personeel één meisje dat een beetje Engels kon, waardoor ze meteen de rol van tolk op zich nam. Een hele verademing, want van alle kanten werd ons vanalles gevraagd. Formulieren invullen, zeggen dat het met ons goed ging, dat we geen sleepauto nodig hadden, etc.

Takelauto

De chauffeur bood gelijk aan te willen betalen voor de schade en vroeg hoeveel geld we wilden hebben voor de reparatie van het raam. Hij wilde het on the spot betalen. We hadden echter al gauw gezien dat we niet alleen een raam zouden moeten vervangen, en zeiden dat we ook geld voor een nieuwe deur nodig hadden. De chauffeur bood vervolgens aan om mee te gaan naar een garage en ter plekke voor ons de reparaties te betalen.

Politie

Allemaal mooi en aardig, maar we hadden al vele verhalen gehoord over Brazilianen die bij een ongeluk meestal doorrijden, om de kosten te voorkomen. Met onze auto voor de slagboom, een kudde tolwegpersoneel aanwezig, een ambulance en na een paar minuten ook de politie erbij, wilden we graag zoveel mogelijk uit de situatie halen om te voorkomen dat de chauffeur later toch het hazenpad zou kiezen. We documenteerden alles uitgebreid en stonden erop alle gegevens te krijgen van de chauffeur. We kregen gelukkig alles, maar men merkte onze argwaan. Herhaaldelijk werd gezegd

Je kunt deze man vertrouwen hoor, hij heeft een gezin

Een vriendelijke, goed Engels-sprekende politieagent stelde ons gerust, en nadat we alle telefoon-, sofi- en rapportnummers verzameld hadden, gingen we weer op weg. Het was al laat, en de chauffeur stelde al gauw voor dat we naar onze Airbnb konden gaan, even uit konden rusten, onze host te laten bellen vanwege de taalbarrière en het de dag erna allemaal uit te zoeken. We waren nog niet helemaal gerust, maar moe waren we ook, en onze auto met al onze spulletjes op een veilige plek zetten, was een hele fijne optie.

Al diezelfde avond bleek de chauffeur een handige zoon en veel vrienden te hebben die alles van auto’s afwisten. Hij had zelfs al een nieuwe achterdeur gekocht. Enige probleem: de deur was groen. Zelf vonden we dat niet eens zo’n probleem en misschien wel een leuke vorm van customizing, maar verkooptechnisch zou het toch niet zo handig zijn. De chauffeur merkte op dat het veel tijd zou kosten om ofwel te wachten op een nieuwe deur, of deze te laten verven. Ook merkte hij op niet de rijkste te zijn. Dilemma’s. Vele telefoontjes en onderhandelingen later werden we verwacht in een werkplaats op zestig kilometer afstand. Met nog steeds een beetje argwaan gingen we op weg, en al gauw werden we gebeld dat het drie uur later zou worden. Ze waren de deur alvast grijs aan het spuiten.

Mannetjes

We waren blij verrast, en om één uur ’s middags reden we richting garage. Daar stond een heel team klaar, vastberaden om alles te repareren. Oude deur eruit, nieuwe erin, zelfs het raam was opnieuw verduisterd, zoals we het in de eerste instantie hadden. Geweldig! De deur leek nog even niet te passen, doordat er flink wat verbogen was door de klap, maar met wat duw- en trekwerk werd alles keurig op z’n plaats gehesen.

Timme in open deur

Terwijl wij ondertussen door de vrouw des huizes aan de lunchtafel werden ontboden en ons bord geen moment leeg mocht blijven, werd de auto door de vrachtwagenchauffeur gestofzuigd, werd zelfs ons speciale Chileense Grand Nomade-embleempje van de oude op de nieuwe deur gebracht en werden alle kleine krasjes en deukjes met zilver opgepoetst.

Readyfreddy

Verbijsterd door zoveel goedheid weten we niet hoezeer we deze mensen kunnen bedanken. We zijn erg onder de indruk van de behulpzaamheid van de Brazilianen en hadden nooit durven dromen dat dit zo snel en zo goed opgelost zou kunnen worden. Het mag dan geenszins ideaal geweest zijn, dit mag haast een perfect crash genoemd worden, en er zijn echt prachtig mooie mensen op de wereld.